Energie Certificaat

Een energiecertificaat beoordeelt een gebouw op zijn energiestatus.

Energieprestatiecertificaten zijn vergelijkbaar met het typecertificaat van een auto. Er zijn veel interessante karakteristieke waarden van een huis in opgenomen, zoals het verwachte energieverbruik voor verwarming. De berekeningsmodellen verschillen enigszins van staat tot staat. De belangrijkste kenmerkende waarde is opgenomen in elk certificaat: De energie-index van een huis (= de specifieke verwarmingsbehoefte). De totale energie-efficiëntie factor, die ook is opgenomen in de lijst, is sinds 2012 opgenomen in nieuwe certificaten en vertegenwoordigt een vergelijkende waarde met een referentiegebouw. Het certificaat moet worden afgegeven door een bevoegd en gekwalificeerd persoon.

Waarin verschilt het energieprestatiecertificaat van het energieprestatiecertificaat?

Een gebouw kan worden geëvalueerd op het gebied van energie-efficiëntie door middel van zowel een energieprestatiecertificaat als een energieprestatiecertificaat.

Energieverbruik Certificaat

Het energieverbruik van een gebouw is gecertificeerd met een energieverbruik certificaat. Sinds mei 2014 moet elke eigenaar over zo’n certificaat beschikken als hij zijn appartement of huis wil huren of verkopen. De afgifte van een energieverbruik certificaat is sneller en goedkoper dan een energieprestatiecertificaat. Het energieverbruik certificaat is echter slechts voor bepaalde gebouwen voldoende. Het moet bijvoorbeeld een bestaand gebouw zijn en het gebouw moet minstens vijf appartementen hebben. Als het gebouw minder dan vijf appartementen heeft, moet ten minste de warmte-isolatie verordening van 01.08.1977 in acht worden genomen. Indien niet aan een van de bovengenoemde eisen wordt voldaan, moet een energieprestatiecertificaat worden afgegeven. Opgemerkt moet worden dat een huiseigenaar ook vrijwillig een energieprestatiecertificaat kan aanvragen als aan de voorwaarden is voldaan.

Energievraag Certificaat

Een energieprestatiecertificaat certificeert de energiebehoeften van een gebouw. Een dergelijk certificaat is vereist voor alle nieuwe gebouwen en voor bepaalde oude gebouwen. Bovendien kan zo’n certificaat ook door alle andere huiseigenaren vrijwillig worden aangevraagd. Hoewel de afgifte van een energieprestatiecertificaat gepaard gaat met hogere kosten, kan de energie-efficiëntie van een gebouw betrouwbaarder worden bepaald.

Wie heeft er een certificaat nodig?

In principe moet de huiseigenaar over een certificaat beschikken om de woning te kunnen huren of verkopen. Het kan ook zijn dat bij een renovatie een energieprestatiecertificaat moet worden afgegeven, en dit is altijd het geval wanneer een ingenieurs berekening van de energiebehoefte van het hele huis wordt uitgevoerd tijdens de renovatie. In dit geval is een energieprestatiecertificaat verplicht.

Anders is het afhankelijk van het type en de grootte, het bouwjaar en de energiekwaliteit van een huis, welk certificaat moet worden afgegeven.

Kosten van een energieprestatiecertificaat

Het Duitse energieagentschap (DENA) heeft het concept voor het energiecertificaat / de energiepas gecreëerd en ook de gemaakte kosten bepaald.

Met een verbruiksgericht certificaat kan de klant rekenen met kosten tussen 50 en 100 euro.

Verbruik Certificaten kunnen 300 euro of meer kosten als ze worden uitgegeven tijdens een bezoek ter plaatse door een energieconsulent. Ook economisch online bestelde energie documenten van identificatie voldoen aan de wettelijke standaarden van de energiebesparing verordening (EnEV). Maar er zijn ook verschillen in de kosten voor energiecertificaten die op het internet worden besteld.

Overheidssubsidies voor energiecertificaten

Er is een subsidie voor een energieadvies dienst van het Federaal Bureau voor Exportcontrole (BAFA). Het is echter niet toegestaan om in het kader van dit advies een energiecertificaat / energiepas te laten afgeven, omdat dit volgens het begrotingsrecht niet mogelijk is.

Een energiebesparing consultatie heeft echter extra zin. Hier zijn subsidies tot 350 euro (300 euro + 50 euro voor energiebesparingsadvies) mogelijk. Tot dit bedrag wordt echter slechts 50 procent van de totale kosten vergoed.

Wie mag er een pasje uitgeven?

Wie gerechtigd is om energiecertificaten voor bestaande gebouwen af te geven, wordt geregeld in § 21 EnEV. Iedereen die over de nodige kwalificaties beschikt, kan energiecertificaten afgeven met het oog op de verkoop of de verhuur.

Volgens de EnEV moeten de exposanten van energiecertificaten een bouwgerelateerde opleiding hebben gevolgd als basiskwalificatie. De titels zijn bijvoorbeeld architecten, ingenieurs, maar ook gediplomeerde ambachtslieden en technici. Deze basiskwalificatie moet worden aangevuld met de vervulling van een extra voorwaarde, zoals een succesvolle bijscholing op het gebied van energiebesparing in de bouw. In de regel zijn energieadviseurs dus bouwkundigen die in alle sectoren advies kunnen geven.

Wat gebeurt er als er ondanks de verplichting geen certificaat wordt overgelegd?

In de wet op de presentatie van de identiteitskaart zijn zowel verhuurders als verkopers, maar interessant genoeg ook makelaars en agenten, verplicht zich te identificeren. Bij verkoop of verhuur is al lang een identiteitskaart nodig. Maar sinds december 2012 moet de verwarmingsbehoefte en de energie-efficiëntie factor ook in advertenties worden vermeld.

Als ondanks de verplichting geen certificaat (of een te oud of onvolledig certificaat) wordt overgelegd, wordt aangenomen dat de energieprestatie van het gebouw overeenkomt met de leeftijd en het type gebouw, wat al enige tijd het geval is. Echter, sinds december 2012 kan de koper of huurder het certificaat laten afgeven of een certificaat laten afgeven en de kosten terugvragen van de verkoper of verhuurder (binnen 3 jaar na oplevering). Zuiver juridisch gezien is het nalaten daarvan een administratieve overtreding en kan daarom worden bestraft met een boete van maximaal circa 1.500 euro bij melding. Overigens kan het weglaten van het energieprestatiecertificaat niet worden uitgesloten door een contract passage. Dergelijke contractuele overeenkomsten zijn niet rechtsgeldig.

Vanuit juridisch oogpunt dient het certificaat dus ter bescherming van de verkoper: als er geen certificaat wordt overgelegd en het gebouw geen energieprestatie heeft die overeenkomt met de leeftijd en het type ervan, kan de koper of huurder aanspraak maken op garantie. In het geval van verhuur betekent dit in de praktijk een prijsverlaging, d.w.z. een verlaging van de huurprijs.

Wat zijn de voordelen van het certificaat?

Het certificaat maakt meer transparantie, vergelijkbaarheid en concurrentie mogelijk voor planners en installateurs, voor eigenaren en verhuurders, voor kopers en huurders. Het certificaat benadrukt het energiebesparingspotentieel en creëert zo stimulansen voor verbeteringen en kostenbesparingen.

Energie Parameters

Voor elk gebouw kunnen een groot aantal verschillende energie parameters worden berekend. Er moet vooral een nauwkeurig onderscheid worden gemaakt tussen het gemeten energieverbruik en de berekende energiebehoefte.

Energievraag: berekende waarde die onder andere afhangt van de berekeningswijze en de veronderstelde randvoorwaarden (bijvoorbeeld voor binnen- en buitentemperatuur of luchtuitwisseling).

Energieverbruik: meetwaarde voor een bepaalde periode, die onder andere afhangt van het verwarmingssysteem en de regeling ervan, van het gebruikersgedrag, van de thermische kwaliteit van de gebouwschil, van het buitenklimaat of van een combinatie van factoren.

Energieverbruik Parameters zijn bijzonder interessant voor een snelle energiebeoordeling van een gebouw. Het gemeten jaarlijkse energieverbruik wordt gedeeld door de woonruimte.

Bovendien wordt de karakteristieke waarde voor elk jaar vermenigvuldigd met een factor, die een maat is voor de gemiddelde buitentemperatuur van de verwarmingsperiode ten opzichte van de gemiddelde buitentemperatuur op lange termijn. De invloed van koudere (hogere consumptie) of mildere (lagere consumptie) winterperiodes kan wiskundig worden gecompenseerd. Het resultaat is een karakteristieke waarde voor een gemiddelde verwarmingsperiode.