Spaarplan

Een spaarplan is een contractuele overeenkomst tussen een spaarder en een bank of beleggingsmaatschappij voor de regelmatige betaling van bijdragen aan een kapitaalinvestering. Bijdragen worden vaak in maandelijkse intervallen geleverd, maar er zijn ook andere tijdsintervallen denkbaar, zoals een weekritme. Het volgende artikel beschrijft het spaarplan met zijn verschillende mogelijkheden en de voor- en nadelen van deze investering.

1. vormen van specificatie

Bekende vormen van het spaarplan zijn het bankspaarplan en het fondsspaarplan.

Het bankspaarplan heeft betrekking op een belegging van geld op een rentedragende rekening bij de bank, zoals de overnight deposito of het spaarplan met vaste looptijd. In de regel worden maandelijks vaste termijnen van de zichtrekening naar de spaarrekening gestort om een groter bedrag te sparen of om geld te deponeren voor het pensioen. De situatie is bijvoorbeeld anders bij de spaarkaart, die een effect met een vaste looptijd is en slechts één keer wordt aangeschaft. Het geld dat met een bankspaarplan wordt gespaard, is meestal onderworpen aan een wettelijke depositoverzekering. Ze worden daarom als bijzonder veilig beschouwd.

Een fondsspaarplan is daarentegen een spaarcontract voor regelmatig sparen in een beleggingsfonds. Vergeleken met een belegging op een bankrekening kan het spaargeld van een fonds als risicovoller worden omschreven. Afhankelijk van het gekozen beleggingsfonds heeft de spaarder echter niet alleen een hoger beleggingsrisico, maar ook een hogere kans op rendement. Fondsspaarplannen worden vaak aangeboden vanuit een spaarbijdrage van 50 euro en met een aanzienlijk betere rente dan een bankspaarplan. Het is gebruikelijk dat de spaarrente - net als bij bankspaarplannen - gratis kan worden opgeschort als de spaarder dat wenst.

Een populaire variant van het fondsspaarplan is het ETF-spaarplan. Dit wordt gekenmerkt door regelmatige kapitaalinvesteringen in op de beurs verhandelde indexfondsen, d.w.z. fondsen die tot doel hebben de prestaties van een index als de DAX te volgen.

Naast de hierboven beschreven soorten spaarplannen zijn het bouwspaarcontract, het certificatenspaarplan en het Riester-spaarplan bij het publiek bekend.

Met het bauspar-contract sluit de spaarder een contract met de bausparkasse, dat hem/haar recht geeft op een bauspar-lening na het bereiken van de spaardoelstelling.

Een certificaatspaarplan is een bijzondere vorm van kapitaalbelegging die een grote verscheidenheid aan beleggingsvormen kan vertegenwoordigen. Gemeenschappelijk voor alle beleggingsvormen van certificaten is het zogenaamde emittentenrisico, d.w.z. het risico dat de emittent van certificaten failliet gaat en niet in staat is het kapitaal terug te betalen.

Het Riester-spaarplan is een door de staat gesubsidieerde besparing van geselecteerde kapitaalbeleggingen voor particuliere pensioenvoorzieningen.

In de praktijk van de financiële sector worden ook andere soorten spaarplannen aangetroffen. Spaarders hebben dus in principe de mogelijkheid om rekening te houden met hun individuele neiging om te sparen. Hieronder vallen ook kapitaalbeleggingen die beleggen in grondstoffen zoals goud of zilver, maar ook kapitaalbeleggingen in vastgoedprojecten zoals woningen, commercieel vastgoed of winkelvastgoed.

2. differentiatie van eenmalige investeringen

Spaarplannen verschillen op verschillende manieren van een eenmalige investering. Bij een fondsspaarplan gaat het bijvoorbeeld om de aankoop van verschillende hoeveelheden deelnemingsrechten. Dit is gerelateerd aan de prijs van het beleggingsfonds. Terwijl de belegger een spaarplan gebruikt om in zowel economisch gunstige als economisch ongunstige tijden participaties in beleggingsfondsen te kopen, zou de belegger bij een eenmalige belegging slechts participaties kopen tegen precies één aankoopprijs. Of de prijs van een eenmalige investering of de gemiddelde aankoopprijs van het spaarplan voordeliger is voor de belegger hangt dus af van de beleggingsvaardigheden van de belegger of adviseur. Studies hebben aangetoond dat regelmatig sparen met behulp van het spaarplan voordeliger is, omdat de spaarder zich automatisch anticyclisch gedraagt. Dit effect staat in de financiële sector bekend als het kostengemiddelde effect.

3. voordelen, nadelen en kosten van besparingsplannen

Staatssteun kan een argument zijn voor een bezuinigingsplan. In het geval van Riester-spaarplannen, Rürup-spaarplannen en contracten voor de bouwsector kunnen bepaalde groepen beleggers overheidsbonussen ontvangen en zo hun rendementen verhogen.

Een ander voordeel is het psychologische effect van regelmatig sparen. De reden hiervoor is dat het geld dat een spaarder in een spaarcontract vast heeft gepland, niet voor andere beleggingen kan worden bestemd. In de praktijk kunnen de kosten die vaak ontstaan echter tegen een besparingsplan pleiten. Het verwerven van fondsen, het afsluiten van een bouwverenigingscontract of het sparen van een certificaat gaat vaak gepaard met kosten die een negatieve invloed hebben op het rendement van de spaarder. Dit is een van de redenen waarom de bovengenoemde ETF-besparingsplannen met hun relatief lage kosten zich op de markt hebben bewezen.

Conclusie

De flexibiliteit in het sparen en de keuze van de individuele beleggingsvorm bieden een belegger de mogelijkheid om zijn eigen behoeften in het spaarplan te implementeren. Dit betekent dat een spaarplan geschikt is voor zowel conservatieve als risicomijdende spaarders, terwijl het tegelijkertijd volledige flexibiliteit biedt - bijvoorbeeld door de spaarrente tijdelijk op te schorten. Deze functie is voordelig vanuit het perspectief van een investeerder.